Supervisie
Supervisie is een actieve vorm van leren, gebaseerd op het functioneren van de supervisant of supervisanten in relatie tot bijvoorbeeld cliënten, collega’s en alles wat zich in een organisatie afspeelt: de organisatiecontext. In supervisie wordt er gesproken over concrete ervaringen en reflectie speelt hier een cruciale rol in. Daarmee is supervisie een vorm van ervaringsleren. Het leren door reflectie is feitelijk een re-organisatie of her-interpretering van ervaringen. Supervisie is een vervolgverhaal van minimaal 10 tot maximaal 15 afleveringen. Het leerproces strekt zich over de zittingen heen. Supervisie kan individueel, of in een groep van twee of drie personen gegeven worden. De kracht van een groep is dat de supervisanten ook met elkaar buiten de supervisie kunnen leren en daarmee een kleine leergroep kunnen vormen. In supervisie kennen we twee elementen of niveaus. Het eerste element betreft de supervisant als persoon. Over de vraag: wie ben ik ‘Zelf?’ Het tweede element betreft de supervisant als werker. Over: wat is mijn ‘Werk?’ Het supervisieproces bestaat uit de volgende fasen zoals deze benoemd zijn door van Kessel:
1. De Kenweg: het waarnemen van de concrete ervaring door deze te expliciteren en te concretiseren. Hier vervolgens op te reflecteren, te problematiseren en -nieuw- inzicht te verwerven door dit te benoemen en te generaliseren.
2. De Keuzeweg: actie wensen, actiemogelijkheden en actiekeuzen
3. De Handelingsweg: actieplan en actie uitvoeren.
In fase twee en drie worden er nieuwe ervaringen opgedaan waar vervolgens weer op gereflecteerd kan worden. Hiermee spreken we dus over een circulair proces.
De vraag om supervisie ontstaat vaak uit de wens om te leren. Jezelf als persoon beter te leren kennen én om, van daaruit, een betere professional te worden.
Intervisie
Veel teams hebben behoefte aan professioneel begeleide intervisie. Intervisie wordt georganiseerd rond een groep van gelijke professionals. Bijvoorbeeld een sociaal team, een groep agile coaches, een groep afdelingshoofden of andere vakgroepen. Intervisie bevordert de deskundigheid van de werknemer zelf, van het werk zelf, en van het leervermogen van de groep. De frequentie van bijeenkomsten is wisselend van intensiteit. Sommige groepen komen eens per zes weken bijeen, andere groepen eens per twee maanden of kwartaal. Kenmerkend voor intervisie is dat er altijd wordt gewerkt met een bepaalde methode die sturing geeft aan het intervisieproces. De intervisor heeft hierbij de rol van procesbewaker. Hiermee wordt een bepaalde diepgang van de intervisies gewaarborgd.
Coaching
De vraag om coaching ontstaat vaak in een werksituatie waar je op terugkerende (belemmerende) patronen stuit. Coachee en coach kijken samen naar de vraag over het functioneren op de werkvloer of binnen het team. Maar een coachvraag kan ook gaan over een specifiek eigen levensthema. Ik zal met jou zoeken naar ‘wat is de vraag’, en het ‘waarom van deze vraag’. In een coachingsproces blijkt regelmatig dat achter de oorspronkelijke vraag andere vragen schuilgaan; de werkelijke zoektocht. We onderzoeken deze gezamenlijk en richten ons vervolgens op te nemen stappen. Welke overtuigingen voeren de boventoon in jouw handelen? Welke zijn helpend en welke zijn belemmerend? Wat zou je aan je keuzepalet kunnen toevoegen?
Coaching is meestal een korter durend traject, met meer sturing in de vraagstelling en in de opdrachten. Gemiddeld: 5 tot 10 zittingen.